Associatie van veldrus en gevlekte orchis

Associatie van veldrus en gevlekte orchis
Vegetatieaspect
Vegetatieaspect
Syntaxonomische indeling
Klasse:Molinio-Arrhenatheretea
(klasse van matig voedselrijke graslanden)
Orde:Molinietalia
(pijpenstrootje-orde)
Verbond:Junco-Molinion
(verbond van biezenknoppen en pijpenstrootje)
Associatie
Crepido-Juncetum acutiflori
(Br.-Bl. 1915) Oberd. 1957
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De associatie van veldrus en gevlekte orchis (Crepido-Juncetum acutiflori) is een associatie uit het verbond van biezenknoppen en pijpenstrootje (Junco-Molinion). Het is een vrij algemene plantengemeenschap van natte zandgronden, gedomineerd door de veldrus.

Naamgeving en codering

  • Syntaxoncode voor Nederland (rVvN): r16Aa02
  • BWK-karteringscode: hm
  • Natura2000-habitattypecode (EU-code): H6410
  • Corine biotope: 37.22 Prairies à Jonc acutiflore
  • Eunis Habitat Types: E3.42 Juncus acutiflorus meadows

De wetenschappelijke naam Crepido-Juncetum acutiflori is afgeleid van de botanische namen van twee diagnostische soorten voor de associatie; dit zijn moerasstreepzaad (Crepis paludosa) en veldrus (Juncus acutiflorus).

Fysiognomie

De associatie van veldrus en gevlekte orchis wordt gekenmerkt door een weinig soortenrijke, hoog opgaande kruidlaag (80 cm of hoger) met overwegend grassen en grasachtige planten als veldrus. Bijkomend vinden we overblijvende kruiden met vooral moerasrolklaver en kale jonker.

De boom- en struiklaag zijn afwezig, en de moslaag is weinig opvallend en evenmin divers.

Ecologie

Deze plantengemeenschap komt vooral voor op natte, humeuze of venige zandgrond, vooral op plaatsen waar zwak tot sterk zuur grondwater lateraal beweegt. Soms komt ze ook op echte veengrond voor. De standplaatsen staan in de winter meestal onder water.

Verspreiding

Het verspreidingsgebied van de associatie van veldrus en gevlekte orchis is beperkt tot West- en westelijk Centraal-Europa.

In Nederland is deze associatie beperkt tot de valleiflanken van pleistocene beekdalen, en de randen van natte heide- en laagveengebieden, waar ze vrij algemeen zijn.

In Vlaanderen is ze vooral te vinden in de Centrale en Zuidelijke Kempen.

Beheer

Deze associatie wordt vooral bedreigd door verdroging en omzetting naar productieve graslanden en -weiden. Het op peil houden van het grondwater en vermijden van bemesting is cruciaal voor het behoud.

Deze graslanden worden in principe eenmaal per jaar gemaaid.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen

Deze associatie van veldrus en gevlekte orchis is binnen het verbond het minst soortenrijk. De enige kensoort, klein glidkruid (Scutellaria minor), is zowel in Nederland als in Vlaanderen zeldzaam en zelden bruikbaar. De veldrus (Juncus acutiflorus) komt praktisch altijd voor en is meestal dominant, maar kan niet als kensoort gebruikt worden omdat deze ook in andere vegetatietypes durft opduiken. Maar de combinatie dominante veldrus met de soorten van het bovenliggende verbond en orde, vooral moerasrolklaver, kale jonker, lidrus, echte koekoeksbloem, scherpe boterbloem en pinksterbloem, zijn wel bepalend.

In de onderstaande lijst staan de belangrijkste diagnostische plantentaxa van de associatie.

Kruidlaag
Kentaxon Diff.soort Presentie Nederlandse naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
kA - < 10% klein glidkruid Scutellaria minor
kV - > 80% moerasrolklaver Lotus pedunculatus
kV - > 50% echte koekoeksbloem Silene flos-cuculi
kV - > 30% grote ratelaar Rhinanthus angustifolius
kV - > 30% tweerijige zegge Carex disticha
kV - < 10% brede orchis Dactylorhiza majalis
kV - > 10% gewone dotterbloem Caltha palustris subsp. palustris
kO - > 80% kale jonker Cirsium palustre
kO - > 60% lidrus Equisetum palustre
kO - > 40% gewone engelwortel Angelica sylvestris
kO - > 40% biezenknoppen Juncus conglomeratus
kO - > 30% wilde bertram Achillea ptarmica
kO - > 20% kleine valeriaan Valeriana dioica
kK - > 80% gestreepte witbol Holcus lanatus
kK - > 60% scherpe boterbloem Ranunculus acris
kK - > 60% pinksterbloem Cardamine pratensis
kK - > 60% veldzuring Rumex acetosa
kK - > 40% gewone brunel Prunella vulgaris
kK - > 30% vogelwikke Vicia cracca
kK - > 20% knoopkruid Centaurea jacea
kK - > 20% gewone hoornbloem Cerastium fontanum subsp. vulgare
kK - > 10% rode klaver Trifolium pratense
kK - > 10% beemdlangbloem Schedonorus pratensis
kK - > 10% grasmuur Stellaria graminea
- bg 100% veldrus Juncus acutiflorus
- bg gewoon reukgras Anthoxanthum odoratum
Moslaag
Kentaxon Diff.soort Presentie Nederlandse naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
kO - > 20% boompjesmos Climacium dendroides
kK - > 50% gewoon haakmos Rhytidiadelphus squarrosus

Biologische Waarderingskaart

In de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is deze associatie opgenomen in het vochtig schraalgrasland (hm).

Dit vegetatietype staat gewaardeerd als 'biologisch zeer waardevol'.

Fotogalerij

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties
  • Schaminée, J.H.J., Sýkora, K., Smits N. & Horsthuis, M. (2010). Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Zeist. ISBN 978 90 5011 309 0
  • (en) Sýkora, K., 2008: Field Guide Dutch Plant Communities. Species composition and ecology
  • A.Zwaenepoel, F.T’Jollyn, V.Vandenbussche & M.Hoffmann, 2002: 6.3 Graslanden, Natte hooilanden op (matig) voedselarme gronden. Verslag van het Instituut voor Natuurbehoud 2002.
  • Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO.M.2011.1, Brussel. ISBN 9789040303142
  • Decleer, K. (red.), 2007: Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen, dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01, Brussel, 584 p. ISBN 978-90-403-0267-1

· · Sjabloon bewerken
Indeling van de Molinio-Arrhenatheretea (klasse van matig voedselrijke graslanden)


Orde: Molinietalia (pijpenstrootje-orde)

Verbond: Junco-Molinion (verbond van biezenknoppen en pijpenstrootje)
Associaties:
Cirsio dissecti-Molinietum (blauwgrasland)
Crepido-Juncetum acutiflori (associatie van veldrus en gevlekte orchis)

Verbond: Calthion palustris (dotterbloem-verbond)
Associaties:
Rhinantho-Orchidetum morionis (associatie van harlekijn en ratelaar)
Lychnido-Hypericetum tetrapteri (associatie van echte koekoeksbloem en gevleugeld hertshooi)
Ranunculo-Senecionetum aquatici (associatie van boterbloemen en waterkruiskruid)
Scirpetum sylvatici (bosbies-associatie)
Angelico-Cirsietum oleracei (associatie van gewone engelwortel en moeraszegge)


Orde: Arrhenatheretalia (glanshaver-orde)

Verbond: Alopecurion pratensis (verbond van grote vossenstaart)
Associaties:
Fritillario-Alopecuretum (kievitsbloem-associatie)
Sanguisorbo-Silaetum (associatie van grote pimpernel en weidekervel)

Verbond: Arrhenatherion elatioris (glanshaver-verbond)
Associaties:
Arrhenatheretum elatioris (glanshaver-associatie)

Verbond: Cynosurion cristati (kamgras-verbond)
Associaties:
Lolio-Cynosuretum (kamgrasweide)
Galio-Trifolietum (associatie van ruige weegbree en aarddistel)